Etappe 46 : Wervik – Dranouter van woensdag 07/10/2020.
34 kilometer begot en toch één van de langste etappes van de 49 dagen stappen rondom de grens van dit landje. Gelukkig dat we niet in Frankrijk of Duitsland wonen, denk ik dan. Ik heb al redelijk wat gedaan: bergen beklommen en afgesprongen, lange golfterreinen afgestapt (ook al vinden sommigen dit geen sport ), 11.000 km van Budapest naar Bamako gereden, maar 34 km stappen… neen dat had ik nog nooit gedaan. En dus nu tonnen respect voor Ivo en Wouter, die dit elke dag realiseren en is het eigenlijk belachelijk om, in vergelijking, deze prestatie eer aan te doen. Toch heb ik mezelf een ‘speekmedaille’ gegeven.
Deze morgen werden we ontvangen in Wervik en door de burgemeester en enkele Parkinsonpatiënten. Daarbij een schattige groep kleuters, die gelukkig nog onbezorgd naar de toekomst kijken. Klaar waren we. Door werken langs de Leie even een ander parcours nemen naar Komen, waar een enthousiaste, jonge burgemeester de groep dag kwam zeggen. Dan op naar Ploegsteert. Je weet wel, de kleigrond van VDB. Met machtig schone plekjes, door de oude kleigroeven van de steenbakkerijen en vergeten om dit toeristisch uit te spelen. Even voelden we ons halve Flandriens, toen we tegen de wind in de tocht verder zetten tot La Howarderie, juist over de ‘skreve’. Gesloten, maar toch legde de patron met plezier uit hoe ‘hax throwing’ in elkaar zit. We konden ons even niet inhouden, maar tijd voor indiaan te spelen, was er niet.
Langs La Lys naar Armentières, met een verrassende aanblik en met een plots herkenbare groep huizen uit Eigen Kweek, letterlijk op de grens. Wij erover. Onderweg luisterden we naar de dagelijkse, opgenomen streektoelichting. Zo leer je nog iets bij ook. Dit keer met de grandioze efforts van de geallieerden om, tijdens een jaar lang oorlog, tunnels te graven, tot onder de Duitse vrienden. Uiteindelijk volgde een gigantische knal, met 10.000 doden. Blijkbaar de grootste militaire niet-nucleaire ontploffing ooit. Maar de wereldoorlog was er jammer genoeg niet mee afgelopen.
Onderweg voelde Wouter zich even Tarzan, door met zijn vlag te blijven hangen in een boom. Een kapotte stok was het resultaat, maar even later zie je de onmiskenbare meerwaarde van het logistiek team. Een vlotte herstelling dus. Die gasten verdienen zaterdag ook een gigantische pluim.
Ondertussen werden de stappers van Rotary Wervik bedankt en sloten ‘Rotariens’ aan uit Izegem. Met een ferme cheque. Zo flirtten we verder met de grens en leerden we het woord ‘chemin mitoyen’. Een weg in het midden, op de grens. Rechts loop je in België, links in Frankrijk. Een gespleten persoonlijkheid krijg je er eventueel gratis bij.
Hebben we onze grenssteen gevonden? Jawel. Geen iconisch model, maar een oude steen met aan de ene kant het symbool van de 17 Franse provincies.
Ik ga het eerlijk toegeven, de laatste kilometers waren stevig. Mijn kuiten begonnen het te voelen en dat zal de komende dagen niet anders zijn. En toch, al bij al gaat de tijd snel voorbij. Wellicht door de fantastische babbels met Wouter en Ivo. Topgasten.
De kerk van Dranouter, waar de SPW-camper ons stond op te wachten, kon ik wel knuffelen. We did it. Begin deze zomer had ik het Ivo beloofd en ik ben zeer content dat ik me aan mijn woord heb gehouden. Voor de goede zaak, maar tegelijk een stukje persoonlijke uitdaging overwinnen. Merci dat ik mocht meestappen!
En als ik nog een oproep mag doen: stap zaterdag de laatste 10 km mee. Alles verloopt zeer coronaveilig en uiteraard moet je daardoor inschrijven. Het zou een enorme steun zijn voor de organisatie en ook voor jou om die namiddag mee te finishen in Oostende. Alle info op www.stopparkinson.be. Tot dan.
Kris Sierens