Volg ons
Selecteer een pagina

Na een stevig ontbijt in het Ibis hotel, vertrokken Ivo en ik iets voor 9h onder een lichte regen richting Namen. Het zou vandaag opnieuw een rit worden van ongeveer 100 km, met lange passages naast het water. Weinig hoogtemeters te verwachten dus. Het traject was zo gekozen dat het een rustige fietsdag had moeten worden. Na een 16-tal km en vlakbij de bekende scheepslift van Strépy sloeg het noodlot toe : mijn koersfiets kreeg een lekke voorband. Geen nood, we hadden alle nodige materiaal bij. Een kwartier later konden we onze tocht verderzetten. Dominique & Gie stonden klaar aan km 30, alles liep vlot voor de rest.   

We waren echter nog maar 500 m vertrokken en ik reed opnieuw lek. Opnieuw de voorste band. Snel merkten we dat een klein stukje glas was blijven zitten in de buitenband, en bij het oppompen van de nieuwe binnenband was dat natuurlijk weer vrij snel een verloren zaak. Na overleg besloten we weer een nieuwe binnenband te plaatsen en toch door te rijden met die kleine inkeping in de buitenband. En ja: aan km 48, nauwelijks 2 km voor de middagstop en na wederom een passage over een pad in slechte staat was het weer prijs. Derde keer lek. Dominique & Gie hadden nog de tijd niet gehad om een nieuwe buitenband te gaan kopen. We besloten dan maar dat ik de laatste kleine 60 km met de reservefiets zou rijden. En ik hoopte dat we nu van nog meer ellende gespaard zouden blijven. 

De volgende 30 km waren echter nog avontuurlijker. Het aantal keren dat we van oeverzijde moesten wisselen volgens de gps kan ik niet meer tellen. We zijn bruggen op- en afgeklauterd door het onkruid en hopen achtergelaten afval met een hellingsgraad waar zelfs Remco Evenepoel niet zo willen trainen. En dat dan nog met het gewicht van de e-bike van Ivo. Ocharm den Ivo. En alsof dit nog niet genoeg was, moesten we tussendoor dan ook nog Charleroi door worstelen, een stad die om de 500 meter de fietspaden plots afsluit zonder aangegeven omleiding en waarbij we per abuus bijna de autosnelweg zijn opgereden. We waren dan ook blij de camper te zien aan km 80 en hoopten dat de ellende nu achter de rug was. Nog 25 km te gaan. Het zadel van de reservefiets werd hoger gezet en mijn achterband opgepompt: ik vond al lang dat ik zo abnormaal hard moest duwen achter Ivo …

Maar niet getreurd: de ellende was nog niet voorbij. Niet omwille van de regen, want het bleef relatief droog en warm genoeg zoals voorspeld, doch de laatste 20 km begon de reservefiets plots hevig te rammelen. Bleek er een vijsje los te komen van het voorste spatbord. Dus wij dan maar om de 3 à 4 km stoppen om dat manueel aan te spannen … het geluid ging soms zo hard dat ik Ivo bij momenten niet meer kon verstaan. En we kunnen niet echt zeggen dat de vlotte gestroomlijnde asfalt zonder putten en bulten massaal aanwezig was daar. Eindelijk zagen we na 105 km de camper staan in Namen. Ik dacht bij mezelf: dit is geen rit om ooit nog eens te doen. Maar blij dat ik bij Ivo was. Het verschil met de etappe van gisteren kon niet groter zijn. De drie laatste etappes waren een toffe ervaring, niet te vergeten, en we hebben samen vele mooie momenten gehad.    

En nu.. Een dag rust.