In september vond het jaarlijkse internationale congres van de International Parkinson and Movement Disorder Society (afgekort MDS) plaats. De MDS is één van de grootste verenigingen gericht op wetenschappelijk onderzoek, verbetering van patiëntenzorg en educatie op het gebied van de ziekte van Parkinson en andere bewegingsstoornissen.
Persoonlijk behandelingsplan
Het congres vond dit jaar digitaal plaats en zowel experts als jonge onderzoekers hebben hun nieuwste onderzoeksresultaten gepresenteerd. Het jaarthema was “Towards Personalized Medicine for Movement Disorders”. Dit sluit aan bij het doel om uiteindelijk voor elke patiënt een persoonlijk behandelplan te maken dat toegespitst is op ten eerste de factoren die een rol spelen bij het ontstaan van de ziekte, ten tweede de specifieke symptomen waar hij/zij last van heeft en ten derde de beperkingen die bepalend zijn voor kwaliteit van leven (die per patiënt verschillen).
Vroege diagnose
Eén van de sprekers tijdens de openingsceremonie was Prof. Etienne Hirsch (neurobioloog in Parijs). Hij vertelde over de complexiteit van de ziekte van Parkinson waardoor het erg moeilijk is om alle patiënten op eenzelfde manier te behandelen1. De ultieme doelstelling is om de ziekte van Parkinson te genezen, maar hiervoor is nog veel onderzoek nodig. Daarnaast is het belangrijk dat wordt ingezet op vroege diagnostiek zodat therapie tijdig gestart kan worden.
Eén van de vroege symptomen van ziekte van Parkinson is ‘REM sleep behaviour disorder’. Tijdens de REM-slaap (ook wel droomslaap genoemd) zijn de spieren gewoonlijk volledig ontspannen en beweeg je dus niet. Bij mensen met ziekte van Parkinson is er juist wél beweging tijdens dit slaapstadium. Zo kan het zijn dat mensen met Parkinson levendige dromen hebben die ze uitbeelden waardoor hun partner wakker wordt of de patiënt zelfs uit het bed valt.
Dr. Femke Dijkstra doet onderzoek in dit domein en mocht haar studieresultaten presenteren op het MDS congres. Dr. Dijkstra onderzoekt REM sleep behaviour disorder en andere slaapstoornissen en de impact hiervan op de het ziektebeloop.
Erg verschillend ziektebeloop
Dat het ziektebeloop per patiënt erg kan verschillen stelde het onderzoeksteam van dr. Michelle Hu (neurologe in Oxford) vast. Haar onderzoeksgroep heeft een groep van 2.500 patiënten met een beginnende ziekte van Parkinson gedurende 3 jaar opgevolgd en verschillende motorische en niet-motorische klachten onderzocht. Bij het begin konden er al verschillende subgroepen onderscheiden worden aan de hand van welke klachten patiënten hadden. Tijdens de opvolging, gedroegen deze groepen zich ook anders qua ziektebeloop. In dezelfde sessie werd ook aandacht besteed aan de genetische factoren en neurochemische factoren die hier mogelijk een rol bij spelen.
Bestaande behandelingen
Hiernaast was er op het congres ook veel aandacht voor het optimaliseren van reeds bestaande behandelingen voor de ziekte van Parkinson en andere bewegingsstoornissen, zoals Diepe hersenstimulatie, Duodopa behandelingen en behandelingen met Botulinum toxine-injecties.
Invloed van infecties en COVID-19?
Als laatste werd er een hoofdsessie gewijd aan Parkinson en bewegingsstoornissen als gevolg van infecties en in het bijzonder COVID-19. Hoewel er tijdens de pandemie enkele patiënten zijn beschreven die vlak na het doormaken van COVID-19 gediagnosticeerd zijn met de ziekte van Parkinson, is dit gelukkig zeldzaam en ook onduidelijk of dit echt met de COVID-infectie samenhangt. Op gebied van bewegingsstoornissen zijn tijdens of vlak na het doormaken van een COVID-infectie vooral spierschokken beschreven, met vaak een gunstig beloop.
Conclusie?
Er is het afgelopen jaar een boel wetenschappelijk onderzoek gebeurd, met ook belangrijke nieuwe inzichten in de ontstaanswijze van de ziekte van Parkinson en de factoren die samenhangen met het ziektebeloop. De (complexe) uitdaging voor komend jaar wordt om deze inzichten te gebruiken als aangrijpingspunt voor nieuwe behandelingen.
Bronnen
- Devos D, Hirsch E, Wyse R. Seven Solutions for Neuroprotection in Parkinson’s Disease. Mov Disord. 2021;36(2):306–16.
Dr. Femke Dijkstra & Dr. Alexandra Boogers